Karafferen
Deze brede karaf gebruiken we voor jonge rode wijn. De functie van karafferen is dat er zuurstof bij de wijn komt, waardoor de aroma’s de ruimte krijgen. De brede buik zorgt voor een groot zuurstofoppervlak. Gebruik daarom geen smalle karaf. Het overgieten van de wijn in de karaf hoef je beslist niet voorzichtig te doen. Het gaat er juist om dat de wijn tijdens het gieten ook al volop in aanraking komt met zuurstof. Doe dit bij voorkeur minstens een uur voor gebruik.
Nooit oude wijn in deze karaf.
Karafferen doe je met jonge, nog gesloten rode wijnen, zoals Syrah. Maar ook een complexe witte wijn, bijvoorbeeld een witte Bourgogne, zoals een Meursault, gaat beter smaken uit een karaf. Een frisse, droge witte wijn, zoals bijvoorbeeld onze Astrid en Thérèse Chardonnay, is er niet geschikt voor. Oudere wijnen mag je nooit in zo’n karaf gieten, want door de grote hoeveelheid zuurstof waar die dan mee in aanraking komt kan de wijn ‘kapot’ gaan.
Decanteren
Deze smalle karaf gebruik je om te decanteren. Decanteren wordt gedaan bij oudere rode wijnen zoals onze Amarone della Valpolicella. Deze Amarone wijn heeft langer in een kelder gelegen, en dus vormt er depot in, dat wil zeggen dat er bezinksel op de bodem ligt. Dat zijn vaste stoffen die naar de bodem zijn gezakt, zoals wijnkristallen, wijnsteenzuur en samengeklonterde tannines. Niks mee mis; komt gewoon door de leeftijd. Het ziet er alleen niet fraai uit. Oude wijn verliest ook een deel van zijn rode kleur. Schenk de fles langzaam en voorzichtig leeg, zodat het depot in de fles achter blijft en de wijn in de karaf schoon is. Door de vorm van deze smalle karaf komt er weinig zuurstof bij de wijn. Hierdoor blijft hij goed en kun je hem zonder depot heerlijk uitschenken. Decanteer een oude wijn niet lang van tevoren, maar juist vlak voor gebruik.